Estland en Letland, kort maar krachtig.

We reden van de boot af zo Tallinn binnen, de hoofdstad van Estland. Direct vanaf de boot was er voldoende gelegenheid om goedkoop bier te drinken. Alcohol is in Scandinavië nogal prijzig en zodra ze dan de grens over zijn nemen ze het ervan. We hadden een goedkoop hotelletje op het oog net buiten de stad. Het was al weer even geleden dat we in een echt bed hadden gelegen en genoten hadden van een warme douche. Tallinn telt 440.000 inwoners en ligt aan de Finse Golf, maar liefst een derde van de inwoners van het land woont in deze stad. Tallinn is vooral bekend om zijn oude centrum dat stamt uit de middeleeuwen. Het oude stadsdeel bevat tegenwoordig alleen nog restaurants, galerieën, musea en wat souvenir winkeltjes. We slenteren door de ietwat lege straatjes, er zijn op moment weinig toeristen en dat is natuurlijk ook niet zo vreemd. De Baltische staten moeten het voornamelijk hebben van het zomerseizoen, dan is het hier meestal prachtig warm zomerweer. Verscheidene restaurants hebben mensen in middeleeuwse kledij buiten staan om je naar binnen te lokken om wat bij ze te eten of drinken. Iets wat we diverse malen vriendelijk afslaan. Na het maken van de nodige foto’s besluiten we weer naar de auto te gaan en zelf maar een broodje te smeren. Het nieuwe deel van de stad wordt ook hier gekenmerkt door flitsende kantoorpanden en een winkelaanbod wat je in alle straten van Europa ziet. We besluiten diezelfde dag nog de stad uit te rijden en ergens op het platteland een wildkampeerplekje te zoeken. Aan de stille bosrand zien we zowaar ’s avonds drie reetjes grazen. Nauwlettend houden ze onze auto in de gaten en bij ieder geluidje zie je ze opkijken. De reis gaat verder over plattelandsweggetjes richting Haapsalu. In de dorpjes die we passeren zie je de verwaarloosd uitziende woonblokken en de vervallen nog steeds bewoonde huisjes. De koeien zien er hier anders uit en hebben een dikke vacht, het zullen wel winterharde exemplaren zijn. In Haapsalu parkeren we in het oude deel en lopen een rondje. Er is een kasteel (of wat daarvan over is). Verder is het ook hier uitgestorven maar zal het ongetwijfeld zomers zeer levendig zijn. Het ligt aan het water en er is zowaar een soort boulevard. Verder is er weinig te beleven en dus starten we onze auto maar weer. Zoekend op de Garmin naar alternatieve routes om naar het zuiden te gaan komen we ineens op een gravelweg. Slingerend door het landschap langs boerderijtjes en kleine dorpjes vervolgen we onze weg om ergens de grens over te steken naar Letland. Er stond zowaar nog een bord en een klein huisje wat leek op een vroegere controlepost. Vlak over de grens ergens aan de bosrand brengen we de nacht door. De volgende ochtend vertrekken we richting Cesis, een klein stadje verscholen in de bossen van Letland. Aangezien het wederom een bewolkte dag is komt alles een beetje troosteloos over. We rijden verder nog via Sigulda naar de hoofdstad Riga waar we een hotel op het oog hebben voor slechts 16 euro per nacht. We nemen de volgende ochtend de bus naar het centrum wat toch nog een klein half uurtje rijden was.

We struinen weer door vele mooie straatjes met prachtige gebouwen. Riga heeft ook een zogenaamd “oud stadsdeel ”. En met zo’n 700.000 inwoners is het ook best groot te noemen. De stad heeft de grootste verzameling “ art nouveau” gebouwen van Europa. Deze stroming van ontwerp komt uit de periode 1890-1914. We doen nog wat inkopen op de lokale markt die gehuisvest is in en rondom een paar oude fabriekshallen. Terug in het hotel zitten we een beetje te dubben wat we zullen doen. Uiteindelijk besluiten we de volgende dag via de snelweg naar Vilnius te rijden een tochtje van zo’n 300 km. Echt veel van deze twee landen hebben we dus niet gezien maar daar waren de weersomstandigheden ook niet echt geschikt voor. Desalniettemin hebben we in beide landen mooie dingen gezien.

 

3 gedachtes over “Estland en Letland, kort maar krachtig.

Plaats een reactie