Het Sultanaat Oman

Op 9 januari rijden we Oman binnen. Bij het verlaten van de Emiraten moesten we een vertrek premie betalen a € 7,50 p.p  hmmmm, wel gelezen maar toch vreemd dat als je een land verlaat dat je dan nog even wat in rekening brengt. Het was sowieso weer een hele toer om het benodigde stempeltje in ons carnet de passage te krijgen maar toen eenmaal de “chef” er was, heb ik hem uitgelegd hoe het werkt….Volgens diverse websites en blogs is Oman het mooiste land om te ontdekken in het Midden Oosten. Enkele kreten die je vaak tegen komt in de aanbevelingen zijn “uniek, gastvrij, authentiek, veilig en schoon. De verwachtingen zijn dus hoog en we gaan op ontdekkingsreis in dit land dat 8 keer zo groot is als Nederland. Oman is een Sultanaat, de sultan staat aan het hoofd van de staat, een soort koning maar dan met echte macht. Je vindt verder nog sultans in Maleisië, Brunei en Indonesië. Maar goed het noorden van het land is het meest interessante deel en daar komen we ook binnen. We rijden een rondje en gaan op zoek naar de eerste “wadi”. Een wadi is een meestal droog rivierdal maar waar in de regentijd behoorlijk water doorheen kan stromen. Oman is rijk aan wadi’s waar je mooi doorheen kan rijden.

De volgende highlight dient zich al weer aan Jebel Shams… hmm koud hier op bijna 3000 meter hoogte, we zijn weer eens ergens in het weekend en dat betekent dus druk met locals. De bekende Balcony Walk laten we even voor wat het is want we zijn beide niet fit. De koude nacht heeft ons niet goed gedaan. Joska had blijkbaar meer meegenomen in de bagage dan ons lief was en een “Hollands” griepje steekt de kop op. We rijden nog wel door een hele mooie wadi “Ghul” genaamd, maar daarna besluiten we twee nachtjes uit te zieken in een nabijgelegen hotelletje.

Weer opgeknapt rijden we verder naar Nizwa om het plaatselijke fort te bekijken. Het fort is een trekpleister van jewelste met een groot parkeerterrein en vele koelkastmagneet winkeltjes. Het fort was wel aardig maar wel wat erg toeristisch.

De geitenmarkt die elke vrijdag in deze stad is staat ook hoog op ieders verlanglijstje om te bezoeken. In mijn middelbareschooltijd was er iedere dinsdag veemarkt aan de overkant van de weg waar we dan in de tussenuren rondstruinden. De koeienstront ontwijkend liepen we destijds tussen de druk onderhandelde boeren door. Genoeg van dat alles gezien te hebben slaan we deze inmiddels ook toeristisch geworden geitenmarkt maar even over en trekken via mooie wegen door de bergen heen. Onderweg komen we langs diverse canyons met mooie namen zoals “Snake Canyon”. In de canyon geen slang gezien maar de naam zal wel ontleed zijn aan het model. Het is soms klimmen en klauteren over de grote stenen maar in de schaduw van de canyons is het aangenaam vertoeven.

We zijn op weg naar Muscat beach alwaar we een ontmoeting hebben gepland met Rob en Annemarie die al twee jaar in hun grote truck onderweg zijn. We hebben nog een stukje “noordhollandse” oude kaas over en daar zeggen deze Amsterdammers geen nee tegen.

Voor een hefdak auto was de kampeer lokatie niet echt geweldig dus we lieten het bij één nachtje en trokken verder langs de kust alwaar we een ander Nederlands stel ontmoeten.

Een Friezin en een Grunninger Willeke en Alexander die met hun bijzondere “Ineos Grenadier” onderweg zijn naar Australië. Ze werken beide nog 3 dagen in de week online om de boel draaiende te houden, goed internet is dan een vereiste.

De “white beach” waar we hun treffen is werkelijk prachtig en na het lenen van hun snorkel materiaal zie ik de onderwaterwereld.

Helaas geen zeeschilpadden want die zitten ook in deze regio maar wel fraaie kleuren vissen en ik stap per ongeluk op een grote pijlstaartrog. Ik schrik me de pleuris van deze joekel van een vis. Ik kijk nog eens onder water en zie hoe hij zich in het zand wurmt. Ik denk dat we beide schrokken… Vanaf Qalhat trekken we het binnenland weer in, de weg stijgt snel en kronkelt mooi door het bergachtig landschap. We rijden naar het eind via een pittig weggetje door de “Valley of Giants” waar we op het eind een rustige kampeerplek vinden. Hier bevindt zich ook een prachtige Oase geheel verscholen in deze vallei. De vallei maakt trouwens onderdeel uit van de welbekende “Wadi Tiwi”. Vervolgens rijden we langs diverse eeuwenoude “Beehive Tombs” oude graven in de vorm van een bijenkorf. We zien er tientallen die waarschijnlijk bijna 4000 jaar oud zijn.

We naderen “Al Mintirib” het starttpunt van vele “Desert Trips” Camel tours of een overnachting in het 1001 en sterrencamp, kortom de welbekende “Wahiba Sands”. We zijn nog maar amper in het stadje en worden van diverse kanten al toeterend benaderd want we zullen toch echt een gids nodig hebben wordt ons verzekert… We wimpelen alles af en na een bezoekje aan de lokale supermarkt rijden we het zand in. Ik heb een route op de ipad en die gaan we gewoon volgen. Na een uurtje rijden vlak voor een steile opgang komt ons een Omani bedouin tegemoet en knoopt een praatje aan, we moeten hem volgen want onze “diesel” toyo redt dat nooit… dat zullen we nog wel eens zien, ik neem een aanloop in de juiste versnelling en zie de man verbaasd kijken en wegrijden als we boven staan. We kamperen mooi in de duinen en maken nogmaals kennis met de Omaanse gastvrijheid en worden getrakteerd op arabische koffie en zelfgebakken cake.

De volgende dag rijden we probleemloos van noord naar zuid en gaan op weg naar de “Sugar Dunes”. Vanaf het dorpje Filim nog even met zweet in de handen over de zoutvlakte gescheurd. Bij de start was het erg sompig dus je wist niet wat er onderweg nog te wachten stond. Deze route was echter vele malen korter en liep gelukkig goed af. De suikerwitte omgeving was bijzonder en deed je soms zeer aan de ogen zo fel.

We zijn inmiddels aanbeland bij het iets minder aantrekkelijke midden van Oman op weg naar het zuiden wat wel weer mooi schijnt te zijn. Meer verhalen en foto’s over de avonturen daar in een volgende blog.

Groet Nico & Joska

3 gedachtes over “Het Sultanaat Oman

Plaats een reactie